Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Brugse travee

De term 'Brugse travee' is een beetje misleidend. Deze omwille van het levendige effect voor gotische woonhuizen geliefde toepassing van spaarnissen komt echt niet alleen in Brugge voor. Overal in de Lage Landen zijn dergelijke gevels bij de rijkere huizen te vinden, ook in de IJsselsteden. Dat is niet verwonderlijk, want het gaat steeds om handelssteden, die elkaar via de Hanze goed kenden.
In de noord-Duitse Hanzegotiek zijn de nissen zo uitbundig geprofileerd, dat we ze niet meer als 'Brugse travee' benoemen.
Maar het tweede deel van de term, klopt dat dan wel? Gaat het hier echt om het ritme van de traveeën? Nee, meestal ook dat niet. Een travee is een constructieve eenheid, een partje in de lengte van een gebouw gezien. Bij een dwarshuis kunnen de balkvakken van de samengestelde balklaag, die je met wat goede wil als traveeën zou kunnen zien, in de voorgevel door spaarnissen geaccentueerd worden. En bij een diep hoekhuis geldt dat ook voor de zijgevel. Maar de meeste gevels die als voorbeelden van de 'Brugse travee' gezien worden, zijn de voorgevels van diepe huizen, en deze hebben geen traveeën, maar vensterassen.
De Brugse travee, die we nu hebben leren kennen als 'slechts' een siernis, rijst op van het maaiveld tot bovenin in de topgevel, al doet de pui soms niet mee.
Brugse traveeën zijn moeilijk herkenbaar wanneer een gevel onttopt is en de pui compleet vernieuwd.


Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders